Aanpassingsvermogen
... is een van die woorden die je vaak hoort, leest of ‘op je bord krijgt’. Het bestaat ook onder een andere naam, misschien meer gekend: flexibiliteit.
Zo lang het niet gaat over turnoefeningen, heb ik altijd gevonden dat ik wel flexibel was. Go with the flow en dingen bijsturen waar nodig, gee enkel probleem.
Tot Roos er kwam en mij deed (en doet!) inzien dat er nog véél verbetering mogelijk is. Ze probeert me de edele kunst bij te brengen, en is daarbij genadeloos. Ik wil graag een relaxte mama zijn, maar denk dat ik daar hopeloos faal. Ik hoop ooit te voldoen of te slagen voor het examen.
Het frustreert me dat, nét als ik het gevoel heb dat de zaken weer lopen i.p.v. vierkant draaien en er een zeker ritme aanwezig is, Roos haar manier wel weer heeft om alles opnieuw om te gooien.
Ligt het aan de opgedrongen verhalen over routine en structuur en een schuldgevoel als je jezelf daar niet in herkent? (er wordt immers niet bij verteld dat je pogingen tot structureren meermaals in de war worden gestuurd door je kind.)
De frustratie komt wanneer ik dingen veronderstel die Roos dan niet waarmaakt. Het ligt aan mij dus, want zij doet wel haar best.
Soms, bij voorbeeld, slaapt ze een hele middag niet omdat er te veel andere dingen te beleven zijn. Naïef veronderstel ik dan dat er op zijn minst een lange, ongestoorde nachtrust volgt, waar ik dan ook naar uitkijk. Tot ik in het holst van de nacht abrupt door gekrijs uit mijn slaap gerukt word en de daarop volgende uren ook maar hazenslaapjes worden. In de kribbe ligt ze dan overdag wel 2 x 2uur te dommelen...
Wanneer ik ‘s ochtends Roos’ pamper ververs, en toevallig bedenk dat ik nog vóór het flesje haar kleertjes aan kan doen “terwijl ze toch nog content is”, kan je er donder op zeggen dat een deel van de inhoud van het flesje simultaan door de slab heen zelfs op het onderhemdje terechtkomt. Of het kind heeft wekenlang een snotneus en een hoest, en uiteindelijk pluk ik ze met koorts uit de kribbe waarna ik ze bewust een tijdje weghoud van alle virussen en bacteriën om haar wat (letterlijke) ademruimte te geven. De verkoudheid is voorbij, maar na de eerste week terug op de kribbe loopt die neus weer even hard als voordien.
Is ze niet bij me, zet ze haar keel open omdat ze frustrerend genoeg nog niet achter me aan kan komen. Ben ik bij haar, dan speelt ze vrolijk alleen verder met haar speelgoed.
Zucht.
Gelukkig is het des te plezanter om haar evolutie te zien en te kijken naar wat ze vandaag kan dat gisteren nog niet lukte, naar haar vrolijk getater te luisteren en haar stralende lach en glinsterende ogen te zien verschijnen wanneer ze ’s morgens wakker wordt. Gek he, dat maakt het allemaal méér dan de moeite waard.
1 comment:
Als het een troost is: dit is allemaal heel herkenbaar. Alleen vervang je Roos door Mattias en kribbe door oma. Mijn moeder krijgt Mattias bvb veel vlotter in bed dan ik. Wat haar geheim is? beats me...
Het namiddag gevoel van als hij nnu niet slaapt zal dat vannacht wel beter zijn, daarbij kom ik ook bedrogen uit hoor.
Wij hebben nieuwe buren, die het nodig vonden om de kaderkes omhoog te hangen als Mattias eindelijk een kwartierke lag te slapen in de namiddag. Een hele dag en nacht ambras dus ... dank u wel nieuwe buren :s
Post a Comment